Naar jaarlijkse gewoonte passen de NMBS en De Lijn hun tarieven aan vanaf 1 februari 2021. In sommige gevallen heeft de verhoging tot gevolg dat u ook meer moet betalen aan uw werknemers als tussenkomst in hun vervoerskosten.

 

In dit artikel vindt u een samenvatting van de verschillende mogelijkheden per vervoermiddel.

 

Openbaar vervoer per trein

Als werkgever bent u verplicht om tussen te komen in de kosten van uw werknemers indien deze met de trein komen werken.

 

Is in uw sector geen regeling getroffen of verwijst de cao in uw sector naar de vaste tarieven van cao 19/9 van de NAR, dan wijzigt er op 1 februari 2021 niets.

 

Andere sectoren baseren de werkgeverstussenkomst op de werkelijke prijzen van de treinkaarten van de NMBS. De verhoging van de NMBS-tarieven vanaf 1 februari 2021 met 1,95 % heeft dan mogelijk wel een stijging van de werkgeverstussenkomst tot gevolg.

 

Ook in de sectoren die voorzien dat de werkgever een derdebetalersregeling met de NMBS moet afsluiten, heeft de verhoging van de NMBS-tarieven gevolgen. De werkgever betaalt in dat systeem minstens 80% van de kostprijs van het treinabonnement rechtstreeks aan de NMBS. De overheid betaalt het resterende gedeelte eveneens rechtstreeks aan de NMBS. De werknemer hoeft zelf dus niets te betalen.

 

Ander openbaar vervoer

Ook de werknemers die met de bus, tram of metro naar het werk komen, hebben recht op een tussenkomst in hun vervoerskosten.

 

Sinds 1 juli 2020 werd de minimumafstand van 5 km afgeschaft; de werkgever is bijgevolg verplicht om tussen te komen in de prijs van het abonnement vanaf de eerste kilometer.

 

De tussenkomst verschilt naargelang de prijs van het abonnement al dan niet berekend wordt in functie van de afgelegde afstand:

  • de prijs hangt af van de afstand: de tegemoetkoming van de werkgever is gelijk aan de prijs van de treinkaart voor de overeenstemmende afstand. Hier gelden m.a.w. ook de bedragen van cao 19/9. De werkgeverstussenkomst is echter beperkt tot 75% van de effectieve kostprijs van het vervoersabonnement;
  • de prijs is een eenheidsprijs, ongeacht de afstand: de tussenkomst van de werkgever bedraagt 71,8% van de effectieve kostprijs van het vervoersbewijs.

 

De tarieven van De Lijn wijzigen ook vanaf 1 februari 2021.

  Buzzy Pazz Omnipas
1 maand € 23,69 € 35,18
3 maanden € 58,16 € 94,78
12 maanden € 154,37 € 243,40

De algemene werkgeversbijdrage in Buzzy Pazz en Omnipas wordt vanaf 1 februari 2021:

 

 

 

 

 

 

Privé-vervoer

Wettelijk gezien is er geen algemene verplichte tussenkomst in de kosten indien de werknemer zijn eigen vervoermiddel gebruikt. Toch is in de meeste sectoren ook hiervoor een werkgeversbijdrage voorzien.

Voor de sectoren die hun tussenkomst berekenen op basis van cao 19/9 wijzigt er niets op 1 februari 2021.

In sectoren waar de tussenkomst van de werkgever berekend wordt op een percentage van de NMBS-tarieven van de treinkaarten zijn er mogelijk wel wijzigingen.

 

Ook voor sectoren die een indexmechanisme afgesproken hebben, moet er mogelijk een aanpassing gebeuren.

 

Fietsvergoeding

Werknemers die met de fiets komen werken, hebben recht op een tussenkomst indien de sector dit voorziet.

 

Sommige sectoren baseren zich op het maximaal vrijgesteld bedrag per kilometer voor de RSZ en de fiscus dat sinds 1 januari 2019 € 0,24 per kilometer bedraagt.

 

Fiscale vrijstelling

De tussenkomst die u betaalt indien de werknemer zijn privé-vervoermiddel (eigen wagen, motor) voor zijn woon-werkverplaatsingen gebruikt, is in principe een belastbare bezoldiging. Voor 2021 wordt er bij de berekening van de bedrijfsvoorheffing maandelijks een vast bedrag van € 35 vrijgesteld. De vrijstelling geldt enkel voor de werknemer die opteert voor een forfaitaire aftrek van zijn beroepskosten in de personenbelasting.

 

 

 

 

Heeft u vragen? Wenst u meer informatie over dit artikel? Neem gerust contact op met de juridische dienst!