Hieronder kan u een overzicht terugvinden van enkele belangrijke bedragen. Deze bedragen zijn geldig voor inkomstenjaar 2017 (aanslagjaar 2018).

 

1.       Minimum voordeel alle aard bedrijfswagen

Sinds 2012 mag het voordeel alle aard voor het persoonlijk gebruik van een kosteloos ter beschikking gestelde wagen nooit minder bedragen dan 820 EUR (niet-geïndexeerd) per jaar.

 

Voor inkomstenjaar 2017 komt dit neer op een ondergrens van 1.280 EUR (vorig jaar bedroeg dit 1.260 EUR).

 

2.       Voordeel alle aard elektriciteit en verwarming

De waarde van het voordeel dat voortvloeit uit de kosteloze verstrekking van verwarming en van elektriciteit, moet bepaald worden volgens onderstaande forfaitaire waarderingsregels (ongeacht het werkelijke verbruik).

 

 Elektriciteit
2016 2017
Bedrijfsleider en leidinggevend personeel 950 EUR  970 EUR
Andere verkrijgers 430 EUR  440 EUR

 

Verwarming
2016 2017
Bedrijfsleider en leidinggevend personeel 1.910 EUR  1.950 EUR
Andere verkrijgers 860 EUR  880 EUR

 

3.       PC-privé

De werkgever kan de aankoopprijs van een PC in nieuwe staat, al dan niet met randapparatuur en/of internetaansluiting of -abonnement, terugbetalen (het gehele bedrag of slechts een gedeelte ervan).

 

De tussenkomst kan voor 860 EUR per belastbaar tijdperk vrijgesteld worden (bedrag vorig jaar: 840 EUR).

 

Er gelden wel enkele voorwaarden ; één van de voorwaarden is dat het bruto belastbare inkomen niet meer bedraagt dan 33.820 EUR (bedrag vorig jaar: 33.170 EUR ).

 

4.       Fietsvergoeding

Voor woon-werkverplaatsingen met de fiets kan een vergoeding toegekend worden. Deze vergoeding is vrij van belasting en socialezekerheidsbijdragen wanneer een bedrag van maximum 0,23 EUR per km toegekend wordt (vorig jaar bedroeg dit 0,22 EUR).

 

5.       Vrijstelling werkgeverstussenkomst woon-werkverkeer

Elke werkgeverstussenkomst voor het woon-werkverkeer met een ander vervoermiddel dan het openbaar vervoer of het georganiseerd gemeenschappelijk vervoer is vrijgesteld voor max. 390 EUR (bedrag vorig jaar 380 EUR (als de werknemer niet opteert voor de werkelijke beroepskosten in zijn aangifte in de personenbelasting).  Dit betekent een maandelijkse vrijstelling van 32,50 EUR (vorig jaar was dit nog 31,70 EUR).

 

Bron: Bericht in verband met de automatische indexering inzake inkomstenbelastingen – Aanslagjaar 2018, Belgisch Staatsblad van 23 januari 2017, editie 3.